Op 20 augustus 2014 heb ik samen met mijn collega Paula de Jong een zogenoemd positief besluit gekregen op ons promotieonderzoek bij de METC. We waren zo ontzettend blij. Eindelijk mogen we onszelf promovenda noemen. Het voelde zo onwerkelijk en wat hebben we gestreden om dit positieve besluit te krijgen.
Ons onderzoek gaat over twee behandelvormen, te weten Imaginaire Exposure en Imaginaire Rescripting, met elkaar te vergelijken bij PTSS patiënten tengevolge van meervoudig en herhaald interpersoonlijk misbruik in de kindertijd. Daarnaast wordt Imaginaire Exposure vergeleken met een Wachtlijstgroep. Deze studie is een gerandomiseerde 3-groepstrial. Na includering wordt gerandomiseerd over de 3 condities te weten: wachtlijstgroep (n=45), Imaginaire Exposure (n=64) en Imaginaire Rescripting (n=64). Patiënten met hoofddiagnose PTSS volgens de DSM-IV criteria ten gevolge van emotioneel, fysiek en seksueel misbruik gepleegd vóór het 16de jaar van het kind door één of meer daders uit de directe leefomgeving. Comorbiditeit met depressie, angststoornis, ADHD, dissociatieve stoornissen, reactieve psychotische episodes in het kader van de PTSS, middelenafhankelijkheid, borderline persoonlijkheidsstoornis en cluster C persoonlijkheidsstoornissen is geen exclusie criterium. We verwachten dat op de primaire uitkomstmaat, ernst van de PTSS (PDS), Imaginaire Exposure significant effectiever zal zijn dan de wachtlijst conditie en minder effectief zal zijn dan Imaginaire Rescripting. Er zal exploratief onderzocht worden of er specifieke patiëntkarakteristieken zijn, die het effect van Imaginaire Exposure en Imaginaire Rescripting kritisch bepalen.